“Potentie … in de betekenis ‘vermogen, kracht, macht’. Vaak gaat het om iets dat de mogelijkheid tot verwezenlijking (in de toekomst) heeft…” (bron; De Taalunie)
2003. Ik was 25. Hoogopgeleid en werkend op dat niveau. Had een appartement zonder veel moeite kunnen krijgen, een auto, zelfs een partner (met wie ik nog steeds samen ben). Zekerheid en veiligheid. Het leven van de gebaande paden, van “Wat wil je later worden?” Een vriendin van mij laatst verwoorde het laatst mooi. “Jij hebt alles, had ik dat maar”. En toch was ik diepongelukkig zonder te weten waarom.
Op een dag keek ik in de spiegel van de kleedruimte op mijn werk. Wat ik zag was een mooi gezicht, verfijnd, bijna sprookjesachtig, boven het witte uniform. Ogen die wijd en bijna vragend de wereld inkeken. Ik zag dat ik klein was, temidden van de ruimte om me heen.
Het was in die tijd dat ik oefende met mindfullness. De oefening was om op een willekeurig moment bewust te worden van wat er was. Om mij heen de metalen grijze lockers, de jaren zeventig kleuren linoleum en granol op de muur. Alles zakelijk en net genoeg verlicht door TL-buislichtbakken. De massiefheid en stilte van het gebouw staken schril af bij de rozigheid van mijn gezicht.
Wat er was op dat moment? De realisatie dat ik voor iets anders in de wieg gelegd was dan het leven dat ik leefde. Ik zag in de spiegel met mijn eigen ogen dat het waar was. Alleen wat, waar en hoe, dat stond er niet bij. Ik stopte het gevoel meteen weer weg want ik moest aan het werk.
Alles hebben wat als maatschappelijk geslaagd gezien wordt. Alles braaf gedaan wat verwacht werd. En toch het gevoel hebben dat er nog iets anders is. Inmiddels weet ik wel wat het is. Het is mijn potentie die toen al haar aanwezigheid kenbaar maakte. Het aangeboren vermogen, eerst nog verhuld door een hoop andere troep, dat graag verwezenlijkt wil worden. Mijn levensmissie. Het vuur.
Het kenmerkende van zo’n potentie is dat het niet op een presenteerblaadje wordt opgediend en ook niet voorafgegaan wordt door een menukaart. Sterker nog, het heeft niet veel te maken met in een restaurant zitten en je te laten bedienen. Om je potentie te leven moet je ploegen, zaaien, wachten, snoeien, beschermen en eigenhandig oogsten. Opstaan met een doel, je handen vuil maken in de aarde en aan het einde van de dag schoon laten spoelen door de regen. En goed schaften want het is zwaar werk.